Foto: Frederick Walker

27 september 2023

Een dag op het Skate Symposium (Verslag Essay Skate Mag)

Sander Rodenhuis Leestijd: 19 minuten

Sander Rodenhuis van Essay Skate Mag reisde op woensdag 21 juni 2023 af vanuit Groningen om het Skate Symposium in Rotterdam bij te wonen, georganiseerd door AIR en Kim Butter. Zijn verslag van deze dag lees je hieronder terug, of op Essay Skate Mag (Engels).

 

Er zijn verschillende dingen die je kon doen op 21 juni 2023. Deelnemen aan een van de vele evenementen ter ere van Go Skateboarding Day bijvoorbeeld – de enige ‘officiële’ feestdag die de skatewereld kent. Zo werd er een gloednieuw skatepark geopend in Groningen en was er een skateboardwedstrijd in het skatepark op de Westblaak in Rotterdam, georganiseerd door onze collega’s van Flatspot Magazine en hun Duitse vrienden. Wat heb ik gedaan? Ik ging naar het skatepark op de Westblaak, hoewel ik daar een kleine acht uur arriveerde voordat de wedstrijd daar plaatsvond. Om 10 uur ’s ochtends naar een skatepark gaan is niet mijn favoriete bezigheid, maar ik heb een goed excuus: de start van het Skate Symposium, georganiseerd door AIR  – Architectuur Instituut Rotterdam, als onderdeel van de Rotterdam Architectuur Maand.  

Ik ben niet de enige skater die komt opdagen: Kim Butter fietste even daarvoor het park in en daarna volgt al snel Mike van Staten. Ondanks dat ik Kim al zeven of acht jaar ken, is het moeilijk om een goede manier te bedenken om haar voor te stellen. Op dit moment kom ik uit op: lokale skater, activist, wereldverbeteraar, community organizer en spokesperson voor de Rotterdamse skatescene. Mike is een lokale skater, stedenbouwkundige en het belangrijkste voor vandaag: de beste spotgids die iemand zich kan wensen. Hoofdgast van de dag is Leo Valls, professioneel skater voor Magenta Skateboards en spokesperson van de Skaturbanism-beweging. Leo is een van de sleutelfiguren in Bordeaux die ervoor heeft gezorgd dat de stad is getransformeerd van een conservatieve en skateboard-onvriendelijke stad naar een van de beste voorbeelden van gemeente en skaters die samenwerken om van de openbare ruimte weer een uitnodigende omgeving te maken. 

Skatespot tour door Rotterdam 

Een groepje heeft zich verzameld in het skatepark voor de spot tour onder leiding van Mike. Naast Leo Valls en Kim Butter bestaat de rest van de groep uit beleidsmakers, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen van de gemeente, een lokale politicus, architecten en een deel van het team van AIR. Skatepark Westblaak is de ontmoetingsplek voor veel skaters, maar waar moet je heen als het nat is of regent in Rotterdam? Voorheen was dit het Maritiem Museum, totdat er skate-stoppers en een sculptuur werden geplaatst. Kijkend naar de stoppers rijst de vraag wie de stoppers heeft geplaatst. Het museum of de stad? Waar eindigt de publieke ruimte van de stad en begint private ruimte?  

Dit eerste voorbeeld is tekenend en zet de gemeenteambtenaren aan het denken, ze hebben niet eerder zo in detail over dit soort zaken nagedacht. Binnen 20 minuten wordt duidelijk dat dit een dag vol dit soort momenten wordt, in het bijzonder voor iedereen die nog nooit met een skater heeft gesproken.  

Foto: Frederick Walker

 

Een skater heeft niet veel nodig 

Aan de andere kant van het Maritiem Museum ligt Plein 1940, een plek die al heel lang in gebruik is door skaters. Er is veel beeldmateriaal van deze plek in meerdere video’s, waaronder de Bombaklats-serie. Het plein zelf is niet echt bijzonder: er is 1 bankje, veel vlak terrein, een trappenset met meerdere opties voor hoogte en afstand, en er zijn een paar “putjes” die je kunt stutten om te gebruiken als lanceerhelling. Mike legt uit dat dit plein nu meer werd gebruikt als skateplek door het schrappen van de overdekte spot bij Maritiem. Dit wordt geïllustreerd door een ‘putje’ dat omhoog was gestut. Mike geeft een kleine demonstratie om te laten zien dat simpele dingen genoeg zijn voor een skater: alles wat je nodig hebt is ruimte met hier en daar wat lage objecten en je kunt aan de slag.  

De volgende stop is Weena. Hier zijn skate-stoppers op de grond oftewel de loopruimte geplaatst, waardoor deze plek niet alleen ongeschikt is voor skaters, maar ook voor mensen met trolleys en kinderwagens. Zelfs voor reguliere wandelaars levert deze ingreep een verhoogde kans op struikelen en vallen op.  

Letters: skatebare kunstobjecten 

Een van de belangrijkste spots waar Mike ons naartoe leidde is wat bij Rotterdammers bekend staat als Letters. Ik denk dat deze plek tot ver buiten Rotterdam bekend is, vooral dankzij de selfie skatefilmpjes van JM Sneep. Ik weet niet precies hoe deze plek is begonnen, maar ik weet wel dat Opperclaes (een lokale ontwerpstudio) overgebleven obstakels van eerdere evenementen had. Deze besloten ze te plaatsen bij de asfaltcirkel van het Park Pompenburg (naast de gele Luchtsingel). Meer en meer lettervormige obstakels volgden, en zoals Mike ons vertelde, deed de gemeente een oogje dicht, waardoor de ruimte vrij lang kon bestaan. Er werden meerdere evenementen gehouden en de plek ging steeds meer fungeren als ontmoetingsplek en alternatief voor Westblaak, waar het soms te druk kan zijn om er goed van te kunnen genieten.  

Omdat de obstakels steeds onveiliger werden, verwijderde de stad de letters en bleven er alleen nog twee slappy curbs en een nieuw geplaatste quarter ramp over. Instagramverhalen van lokale skaters laten ook de toevoeging van een ledge zien. Over veiligheid gesproken: Mike en Leo lichtten toe hoe plekken een buurt of gebied veiliger kunnen maken, iets wat Leo zelf ook heeft ervaren in Bordeaux. Het is daarnaast aangetoond in wetenschappelijk onderzoek dat de aanwezigheid van skaters leidt tot een groter gevoel van veiligheid in een bepaald gebied.  

Iets anders wat Leo opmerkte is het verschil tussen objecten voor sport en objecten als kunst. Het plaatsen van een skatebaar object dat wordt geclassificeerd als kunstwerk is makkelijker dan het plaatsen van een object dat wordt geclassificeerd als sportinstrumenten. Dit komt door de regels en voorschriften voor speel- en sportobjecten. Ze moeten veilig en degelijk zijn, zodat de gebruiker van het object geen letsel kan oplopen. Leo heeft echter een manier gevonden om deze regels in Bordeaux te omzeilen door de skatebare objecten als kunstobjecten te framen, dan is er minder regelgeving nodig. 

Er gaan ook dingen goed 

Niet alle spots die we bezochten hadden minpunten: het waterplein Benthemplein van de Urbanisten is een mooi voorbeeld waar ruimte voor skaters is geïntegreerd in het ontwerp. Aan het einde van de tour bekeken we de spot bij Hotel New York, nadat we een paar minuten bij de Erasmusbrug wave en bank hadden doorgebracht. Dit zijn allemaal spots waar je prima kunt skaten. Wat Leo opviel bij Hotel New York was de schade die skateboarders hadden aangericht: een houten plank bij de landingszone achter een richel was geknapt, waardoor de spot onveilig werd voor zowel skaters als voetgangers. Leo vertelde dat hij eens per jaar in Bordeaux een dag organiseert om spots te repareren, waarbij hij locals uitnodigt om mee te gaan op een tour om spots te repareren. “Het is belangrijk om niet alleen van de stad te nemen, maar ook terug te geven”, aldus Leo. Zo ontdekken hun skaters hun plek in de stad, maar helpt het ook om skateboarden een positief imago te geven.  

Mentaliteit 

Aan het einde van de spot tour zagen we een stad waar de mogelijkheden om te skaten er zijn, maar de mentaliteit van de mensen om die mogelijkheden heen nog niet. Rotterdam staat bekend om haar moderne architectuur en recent gebouwde infrastructuur, wat veel ruimte biedt voor mogelijke spots en het integreren van skaten in ontwerp. Door hier meer rekening mee te houden, kan Rotterdam op de lijst van interessante skateboardbestemmingen komen te staan.

Een belangrijke les van deze ochtend? Om een skatebare stad te worden – en zo skatetoeristen aan te trekken – hoeft de stad geen skatepark ter waarde van een miljoen euro te bouwen; een positieve mindset over skateboarden is het juiste startpunt. Het begin van die veranderende mindset was zichtbaar tijdens de tour, en nog meer tijdens de rest van het programma. 

Het Skate Symposium zelf 

Het symposium vond ’s middags plaats in het festivalhart van de Rotterdam Architectuur Maand. Eva van Breugel (hoofd programma bij AIR) introduceerde Kim Butter en waar het allemaal mee was begonnen: het Museumpark-debacle. Na Eva betrad Leo het podium en gaf zijn lezing over skateurbanism. 

Leo Valls is verantwoordelijk voor meerdere succesvolle projecten waarbij skateboarden is geïntegreerd in verschillende aspecten van het stadsleven in zijn woonplaats Bordeaux. De afgelopen jaren heeft hij in heel Europa meerdere lezingen gegeven over skateurbanism. Ook heeft hij projecten in Malmö, Berlijn en andere steden op gang gebracht. Hoewel de architectuur in Rotterdam veel verschilt van die in Bordeaux – vooral door het gebrek aan marmer overal – kan Leo’s boodschap en kennis overal worden toegepast waar vier harde wielen en een board de grond raken.  

Skaten als manier om ruimte te herdefiniëren 

Zijn lezing in Rotterdam begon met een introductie over hoe hij is begonnen met skateboarden en wat skateboarden voor hem betekent. Als skateboarder vergeet ik vaak dit perspectiefaan te halen wanneer we met niet-skaters over skateboarden praten. Leo horen praten over onze passie in ‘Jip-en-Janneke-taal’ was een goede herinnering voor mezelf, maar vooral een manier om het niet-skatende publiek een uitgangspunt te geven voor de rest van de middag. Het publiek bestond uit gemeentewerkers variërend van stadsbeheer, (stads)sportafdeling tot stadsontwikkeling, architecten, ontwerpers, enkele journalisten en politici.  

Leo: “Skateboarden is een manier om te herdefiniëren wat er om je heen is, om jezelf en anderen vragen te stellen over wat er om je heen is, over ruimte, individualiteit, creativiteit. Skateboarden alles kan zijn wat je maar wilt: een olympische sport, een middel om ’s ochtends brood te kopen of een sociaal middel om verschillende lagen van de bevolking te versterken. Eigenlijk is skateboarden een kameleon die elke vorm of kleur aannemen die je maar wilt.”

 

“Skateboarden is een manier om te herdefiniëren wat er om je heen is, om jezelf en anderen vragen te stellen over wat er om je heen is, over ruimte, individualiteit, creativiteit.” – Leo Valls

 

De oneindigheid van skateboarding 

“De oneindigheid van skateboarding (the infinity of skateboarding)”. Vier woorden die Leo vaak herhaalde tijdens zijn lezing. Ze komen terug op zijn punt over het kameleontisch karakter: skateboarden kan zijn wat je maar wilt, maar is vaak meer dan sport: het is een cultuur. Verschillende steden inspireren tot verschillende stijlen van skateboarden en beeldcultuur. Skateboarders uit New York doen andere dingen dan skateboarders uit LA. En hoewel de afstanden in ons landje klein zijn, is het niet moeilijk om een onderscheid te maken tussen een skater uit Amsterdam en een skater uit Rotterdam. Skaters starten graag projecten en maken vaak fotopublicaties en video’s, waardoor buitenstaanders weer worden aangesppord om de stad te bezoeken en zich te verhouden tot wat ze in de video’s hebben gezien. Zo begint skatetoerisme: er ontstaat een lokale stijl die zich verspreidt en mensen aantrekt. 

Foto: Frederick Walker

 

Straat vs skatepark 

Een belangrijk aspect in Leo’s lezing is het idee dat skateparken straatspots niet (kunnen) vervangen. Steden denken vaak dat als ze een skatepark bouwen – vaak niet de goedkoopste weg – alle straatskateboarders naar het park zullen gaan en alle problemen met skateboarden in de stad zullen verdwijnen. Wat er in plaats daarvan gebeurt, is dat een skatepark jonge generaties laat kennismaken met skaten. Die gaan zich ongetwijfeld steeds meer gaan verdiepen in het skateboarden en uiteindelijk een tijdschrift openslaan of video’s zien waarin alles draait om street skateboarden. Ze willen het unieke gevoel van street skateboarden ervaren en zich verhouden tot die stad. Niet geheel toevallig zijn veel skateboarders (ruimtelijk) ontwerper omdat ze door hun hobby een fascinatie voor de stad hebben ontwikkeld. Daarom pleit Leo voor het integreren van spots in het ontwerp van de stad. Bijkomend voordeel is dat dit goedkoper is dan dure skateparken én dat je (onveilige) plekken hiermee kunt opwaarderen. 

Samenwerken met de community 

Om dit te realiseren moet je werken met lokale skaters en gebruikers. Je hoeft ze niet allemaal te spreken, een groepje vertegenwoordigers is genoeg om de lijnen direct en georganiseerd te houden vertelt Leo. In Bordeaux werkte hij vanuit werkgroepen, gefaciliteerd door de gemeente. Zijn werkgroep ontwikkelde uiteindelijk een Skate Masterplan. Leo ontmoette zes maanden lang alle verschillende afdelingen van de gemeenteraad en sprak met hen over het opnemen van skateboarden in hun stedenbouwkundige plannen. Hij benadrukt dat je wel realistisch moet zijn; je gaat geen spot bouwen voor een bejaardentehuis. Door middel van mediation leer je met verschillende wensen en stadsgebruikers omgaan. Een belangrijk onderdeel van het plan opstellen was ook het in kaart brengen van alles spots, hoe lokale skaters deze spots gebruiken, in welke volgorde en welke routes er tussendoor genomen worden. 

Hierna startte Leo een project gestart met de culturele afdeling, waarbij een spotroute werd georganiseerd met behulp van verschillende skatebare kunstwerken. Eén daarvan was een bankje dat op een richel werd geplaatst, waarbij de richel gebruikt kon worden om op te skateboarden en het bankje om op te zitten. Het liet zien dat er mogelijkheden zijn om ruimtes te delen in plaats van dingen gescheiden te houden. “Het kost tijd, veel werk en nog meer praten. Maar als het gesprek eenmaal op gang is, is het makkelijker om het gaande te houden”, aldus Leo. 

Somebody help Kim! 

Maar, en dit is de grote boosdoener voor Rotterdam op dit moment: je hebt een woordvoerder of bemiddelaar nodig die fungeert als verbinding tussen de community van skaters en de gemeente. Tot voor kort nam Kim Butter deze taak op zich, als een van de organisatoren van het symposium. Het probleem is dat Kim deze verantwoordelijkheid vrijwillig op zich heeft genomen, als gevolg van de sluiting van het Museumpark. Actief opkomen voor je belangen kost veel tijd: in contact blijven met gemeentemedewerkers, vragen stellen over nieuwe ontwikkelingsplannen, uitzoeken wat waar past, met wie je moet praten, welke afdeling de leiding heeft, de community mobiliseren, inspreken bij de raad, noem maar op. 

Andersom heb je het probleem dat de gemeente niet altijd in staat blijkt om de juiste skateboarders te vinden om mee te praten, wat resulteert in een impasse. Er blijven dingen aan het licht komen vanuit de community van skaters. Ondertussen worden plannen gemaakt door de stad, maar er is geen doorlopend en duurzaam gesprek. Dus voordat we gaan nadenken over mogelijkheden voor spots, materialen en locaties, heeft Rotterdam volgens mij een geschikte spokesperson nodig. Eentje die betaald wordt.  

 

Workshops 

Het derde en laatste deel van de dag bestaat uit verschillende workshops. Degene die ik bijwoon is  een gesprek met Leo en Kim over skateboarden als sociaal middel. Bij het verzamelen voor de workshop ben ik even bang dat er alleen skaters aan tafel zaten, gelukkig kwamen er ook mensen van de gemeente bij, waardoor het gesprek veel interessanter werd.  

Skaten als sociaal middel

Belangrijk om mee te nemen uit dit gesprek is het besef van de oneindigheid (infinity) van skaten, de verschillende raakvlakken waar het zich in bevindt, waaronder architectuur, design, geestelijke gezondheid en sociale kwesties. Skateboarden fungeert als verbinding tussen deze verschillende aspecten. Er zijn veel voorbeelden van mensen die dit gebruiken om experts te worden in hun professionele leven. Sommigen worden urban designers zoals Mike, anderen richten zich op de artistieke kant en weer anderen gebruiken skateboarden als sociaal middel, zoals Kim deed met Women Skate the World en New Wave. Een andere belangrijke opmerking is dat je door te kijken als skater kan leren om de vorm van je omgeving aan te nemen. Bouw niet zomaar ergens een willekeurig en duur park: kijk naar wat er al is, wat de behoeften zijn en baseer daar de ideeën op. 

Rotterdam skatestad?

Skatetoerisme kwam ook ter sprake, en dat was ook het punt waarop de skatemedia (ikzelf) in het gesprek kwamen. Hoe meer wij als media bepaalde steden en spots laten zien, hoe meer mensen deze spots zullen bezoeken en dus bijdragen aan de algemene toeristische economie van een stad. Dure skateparken zijn niet de reden dat street skateboarders naar een stad komen, het is de manier waarop spots eruit zien op foto en video, en de verhalen die ze horen over bepaalde plekken. Is de spot waar ze naartoe gaan een gegarandeerde kick-out, of is het een gastvrije spot met misschien zelfs een bar of café om een biertje te drinken? Dit helpt allemaal bij de positieve mindset rondom skateboarden. Ik zeg niet dat elke skatespot een café ernaast moet hebben, maar wel dat als skaters welkom zijn op skatespots naast lokale bedrijven, de kans groot is dat diezelfde skaters die lokale bedrijven ook gaan steunen. Er gaat niets boven een verse koffie of een koud biertje tijdens de sessie. 

Foto: Frederick Walker

 

Andere workshops werden geleid door ontwerpstudio Opperclaes (Designing Skateable Objects), Atelier OUI (Conditions in Process & Design), architect Victor Verhagen & Christophe Cornille van de gemeente Rotterdam (Masterplan Skateboarden in Rotterdam) en Mike van Staten (Tour: The City Through the Eyes of a Skateboarder). 

Bruce Tsai, de oprichter van Opperclaes, baseerde zich op aantekeningen die hij me stuurde en ging vooral in op de beperkingen die bepaalde regels opleggen aan skate-objecten. Wie is er verantwoordelijk als er iets gebeurt op het object dat je in de openbare ruimte hebt geplaatst? Het lijkt erop dat verschillende steden verschillend omgaan met deze vraag.

Atelier OUI gebruikte een maquette van het Nelson Mandelapark als basis voor hun workshop. Het park wordt gebouwd op dezelfde locatie als waar Skate Symposium plaatsvond. Na een participatietraject met omwonenden werd duidelijk dat er behoefte is aan de integratie van urban sports in het park. Hoewel het grootste deel van het park al ontworpen is, zijn er nog steeds details die ingevuld moeten worden. Zo werd de workshop heel specifiek en praktisch: wat voor materiaal is er nodig, hoe hoog moet een richel zijn? Tegelijkertijd rees de vraag naar het gebruik. Hoe trek je skaters aan en zorg je ervoor dat ze gebruiken wat je voor hen hebt ontworpen?  Skateboarden is gebaseerd op spontane acties, dus het kan lastig of eng zijn om een bank voor skaters te ontwerpen. Aan de andere kant ben ik van mening dat een bank nog steeds als bank functioneert, ongeacht of er op wordt geskateboard of niet.

Bankjes en woordvoerders

Over bankjes gesproken: Victor Verhagen noemt in de aantekeningen van zijn workshop het idee om een skatebaar bankje in de stadsmeubilair-catalogus op te nemen. Op deze manier kan de stad zonder veel voorkennis toch voor skateplekken in de openbare ruimte zorgen. Tijdens deze workshop werd duidelijk dat er een spanningsveld is tussen experimentele objecten die passen binnen de eeuwige zoektocht van skateboarders om de stad te ontdekken, en de behoefte aan beheer en regulering van deze plekken.

Dit voelde ook Mike van Staten tijdens zijn rondleiding in de middag. Een aanwezige medewerker van de afdeling Stadsbeheer merkte op:  “Als je ergens een boomstam neerlegt met het label ‘speelobject’, krijg je problemen. Er zijn regels voor veiligheid, er moeten rubberen tegels om de boom heen. Maar als je ‘m in een grasveld zet, is het geen speelobject meer en wordt het beschouwd als een bankje.” Mike benoemde ook dat het belangrijk is om een ontwerp nooit als af te beschouwen, het ontwerp begint pas als het object gebruikt gaat worden. Het bankje kan evolueren, zelfs nadat het in een straat, op een plein of voor het station is geplaatst.

Eén ding dat ik in alle workshopnotities terugkwam: er is behoefte aan een bemiddelaar of andere vorm van organisatie tussen de community en de stad. Om het proces te vereenvoudigen en de wensen van skateboarders goed te kunnen integreren. Dit sluit aan bij mijn eerdere conclusie naar aanleiding van Leo’s verhaal. Zoek een geschikt persoon, misschien twee of drie, en zorg ervoor dat wat ze doen vanaf beide kanten van de tafel wordt gewaardeerd.

 

Start het gesprek, ga in gesprek met verschillende afdelingen in de stad en kijk wat jullie van elkaar willen en nodig hebben.

 

Terug naar huis

De dag eindigde met een terugkoppeling van alle workshops en een kleine borrel. Ik kon niet blijven voor de skatesessie op de miniramp, omdat ik op de trein terug naar Groningen moest stappen. Het kostte me 4,5 uur om terug te komen in Groningen, waar ik, in plaats van naar huis te gaan, meedeed aan het einde van een sessie in het nieuw gebouwde skatepark, het eerste echte skatepark van de stad Groningen. Dit maakte mij de eerste persoon ooit die zowel Westblaak als de Paardenbak op dezelfde dag skatete, waardoor ik me realiseerde dat in welke stad een Skate Symposium ook wordt gehouden, skateboarden is universeel en alles wat het je leert, is overal toepasbaar. Natuurlijk kun je de case van Rotterdam of Bordeaux niet zomaar kopiëren en plakken in Groningen, en andersom. Maar als er iets is wat je van skaten kunt leren, dan is het wel het vermogen om je aan te passen aan de omgeving waarin je je bevindt.

 

Gerelateerd