Foto: Fred Ernst

24 april 2020

In gesprek met directeur Bas van der Pol over AIR en Covid-19

Leestijd: 5 minuten

In een korte serie peilt Architectenweb deze week de gevolgen van de COVID-19 maatregelen voor vijf architectuurcentra in heel Nederland. Lees hier het interview met Bas van der Pol. 

AIR is een architectuurcentrum zonder tentoonstellingsruimte, dus jullie hoeven niet ‘dicht’. Worden jullie wel geraakt door de coronamaatregelen?

Directeur Bas van der Pol: “AIR heeft geen vestiging met publieksfunctie, we kiezen ervoor om onze publieksactiviteiten op uiteenlopende locaties in Rotterdam te organiseren. Dat geldt ook voor de expositie die we dit voorjaar hadden gepland. AIR heeft overigens wel een eigen werkplaats, dat wil zeggen dat we een goede plek hebben waar voortdurend in verschillende vormen programma gemaakt wordt en van waaruit we ook onze publieksactiviteiten voorbereiden. Onze werkplaats is nu gesloten en het team werkt vanuit huis. Dat betekent een andere manier van samenwerken en voor de komende periode ook de annulering van onze doorlopende publieksprogramma’s. Dat is natuurlijk best wel even omschakelen, maar dat gaat vooralsnog opvallend goed.”

Wat zijn de gevolgen van de maatregelen voor de andere activiteiten die jullie ondernemen?

“AIR heeft een tweeledige rolopvatting: wij werken aan een vitaal architectuurklimaat en we organiseren nieuwe perspectieven op stedelijke opgaven. De manier waarop we dit doen is sinds onze oprichting in 1982 voortdurend in verandering; van de eerste AIR-manifestatie Kop van Zuid tot meerjarige programmering rond de publieke ruimte, de introductie van het Stadmakerscongres en recent de omvangrijke programmering van de Rotterdam Architectuur Maand. Die verandering wordt nu ook weer gevraagd, zij het vrij abrupt.

Kort voor de uitbraak van Covid-19 konden we samen met Europan NL nog de prijsuitreiking en een meerdaagse masterclass organiseren voor Europan 15 Rotterdam. Daar gaan we nu volop mee door met alle partners en de winnaars, zij het via digitale platforms. Maar het samenbrengen van mensen zit wel in het hart van ons werk, dat was rond deze prijsuitreiking opnieuw op een geweldige manier voelbaar. Het is in de crisis waarin we ons enkele weken later bevinden vrijwel onmogelijk om zoiets te kunnen organiseren. Veiligheid staat hoe dan ook voorop.

Dit betekent concreet dat we de ruim 30.000 bezoekers die we tot de zomer hadden willen ontvangen nu niet zullen begroeten. Misschien nog wel veel fundamenteler is dat we andere en ook nieuwe manieren moeten vinden om de inhoud te organiseren die via de uitwisseling tussen mensen tot stand komt. Daar ligt onze grootste uitdaging, maar daartoe moeten we ook in staat zijn als instelling. Er is geen aanleiding om overhaast te handelen.”

 

“We moeten voorzichtig zijn met de drang om naar het internet over te schakelen.”

 

Organiseren jullie ook alternatieve activiteiten en programma’s voor deze crisis?

“Vanzelfsprekend worden onze doorlopende publieksprogramma’s deels omgezet in digitale programmering, colleges, webinars en podcasts. Ook hebben we de vernieuwing van een aantal van onze websites, platforms en dossiers naar voren gehaald. Verder is het nieuwe cultuuronderwijsprogramma deze week online gestart, juist omdat scholen die slag snel en zorgvuldig hebben gemaakt. We geloven echter niet in het overhaast omzetten van onze totale programmering, daar is ook geen aanleiding voor.

We moeten voorzichtig zijn met de drang om naar het internet over te schakelen. Er zijn goede platforms en bovendien zitten veel mensen de gehele dag achter hun scherm. De uitdaging is nu om op andere manieren inspiratie te bieden en om relevante kennis te onderscheiden van de veelheid van online informatie en opinie die voortdurend beschikbaar komt.

AIR wil de brug slaan tussen denken en doen en juist in deze fase kunnen we het denken belangrijker maken. Nu we terug worden geworpen op onze alledaagse woonomgeving, moeten we de ruimte vinden om na te denken over goed wonen, de publieke ruimte en de nabijheid van stedelijke functies. Tegelijk zijn de energie- en mobiliteitstransitie ook tijdens en na deze crisis onverminderd belangrijk en komt de gezondheid van de stad in een nieuw perspectief te staan. Dat soort vraagstukken zijn prominent in het programma van AIR. Via ontwerpend onderzoek en het contextualiseren van kennis en inzichten kunnen we daar nu voor straks onze bijdrage aan leveren en inspiratie bieden.”

Kan AIR dit financieel en organisatorisch allemaal opvangen, ook als de maatregelen nog langer zouden duren?

“AIR zit als instelling stevig in elkaar, financieel en organisatorisch. Daar sturen we voortdurend op. Gelukkig hebben we een flexibel en energiek team dat hier ook goed mee omgaat en heel belangrijk is dat iedereen zich op dit moment ook fris en gezond voelt. Zo lang onze subsidiënten en partners ons de ruimte blijven geven voor het verleggen van accenten, dan kunnen onze mensen relevant werk blijven doen en zien wij geen aanleiding om een beroep te doen op overheidsmaatregelen.

De heldere communicatie en flexibiliteit van de gemeente Rotterdam en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie is in deze fase wel van zeer grote waarde, laat dat gezegd zijn. Wij ervaren een enorm partnerschap. Daardoor kunnen wij op onze beurt de afspraken met culturele ondernemers, ontwerpers en anderen in ons netwerk vasthouden en met vertrouwen doorwerken. Dat vinden we ook belangrijk, we willen ons netwerk niet in de wind zetten en vooral een stabiele factor vormen in deze fase. We vinden dit daarnaast niet het moment om op zoek te gaan naar extra middelen, tenzij we daarmee opdrachtgeverschap kunnen organiseren voor de creatieve sector. Daar zijn we ook mee bezig.”

Lees hier hoe de andere architectuurcentra opereren in coronatijd.