27 oktober 2025

Terugblik: Jane’s Walk

Abe Minnema Leestijd: 5 minuten

Op woensdag 8 oktober organiseerde AIR in samenwerking met Studio Stadmosfeer voor het eerst een Jane’s Walk. In het Lage Land en Prinsenland ging een uiteenlopende groep bewoners, ambtenaren, architecten en een medewerker van een woningcorporatie op een wandeling door de wijk. Onder leiding van Sophie Wijting keken we door de bril van Jane Jacobs naar deze wijk in Rotterdam Alexander.

De Jane’s Walk is een wandeling gebaseerd op de filosofie van vermaard stedenbouwkundige Jane Jacobs. Volgens haar maken de bewoners de stad, niet de gebouwen die daar staan. Daarom is het belangrijk goed te kijken naar hoe er in een wijk gewoond wordt, en dat vooral ook met bewoners zelf te doen. Zo kunnen toekomstige aanpassingen de leefkwaliteit van de wijk dienen.

Het Lage Land, en de rest van de Alexanderpolder en Oostflank, staat voor grote veranderingen. Voor Rotterdam is het een van de belangrijkste gebieden om een slag te gaan slaan in de woonopgave, en op de wandeling van woensdagmiddag zien we dat er op veel plekken gebouwd en gerenoveerd wordt. Om de bewoners mee te nemen in de veranderingen die er staan te gebeuren en hun stem een plek te geven in deze ontwikkelingen is betrokkenheid van groot belang.

Foto: Linda Muysson
Weinig activiteit, maar wél een grote tuin

Want hoe ervaren en gebruiken de bewoners van het Lage Land de wijk nu? Tijdens het voorstelrondje gaat er al een wedstrijdje chauvinisme van start, wie van de wandelaars woont eigenlijk al het langst in het Lage Land? De winnaar Hans woont er al 34 jaar, ‘En ik vertrek horizontaal uit m’n huis.’ De Rotterdamse toon is met trots gezet.

In gesprek met Olga, die eigenlijk in Capelle aan de IJssel woont, vertelt ze over hoe belangrijk zo’n wijk is. ‘Hier wonen keurige mensen met goeie banen, ze konden hier allemaal mooi een huisje met een tuin krijgen.’ Ze schetst een beeld van de archetype ‘hardwerkende Nederlander’, die hier samen met een overvloed aan eengezinswoningen terecht is gekomen. ‘Er gebeurt hier alleen helemaal niks, de wijk schiet geen wortel. Maar ja, waar vind je anders zo’n tuin?’ Vraagt ze zich af terwijl we langs een groot stuk groen lopen dat aan een rijtjeswoning vastligt.

Hier haalt ze een belangrijk punt aan. In de filosofie van Jane Jacobs is diversiteit een van de belangrijkste speerpunten. ‘Een mix van functies en mensen in de wijk: woningen en kantoren, speeltuinen en scholen, jong en oud,’ vertelt Wijting ons. De straten waar Olga op wijst, tonen inderdaad die verscheidenheid niet.

Foto: Linda Muysson
Rust en ruimte

Op de eerste stop staan we op een olifantenpaadje, het grasveld is op dit stukje verworden tot modderpoel, die de haastige Rotterdammers soelaas biedt. Typisch iets dat Jane Jacobs was opgevallen vertelt Wijting, ze geeft de deelnemers mee vooral ook op dit soort oneffenheden te letten. ‘Wat doen de bewoners in deze wijk anders dan de ontwerpers bedoeld hadden?’ vraagt ze de groep.

Rejo, Rotterdammer in hart en nieren, had nooit verwacht hier te komen wonen. Tijdens de lockdowns van corona is hij verhuisd, de woning centraler in Rotterdam bood niet de ruimte die hij nodig heeft met kinderen. ‘Ik had nooit verwacht hier zo blij te zijn, de kinderen kunnen zo naar buiten. En de rust bevalt me eigenlijk wel.’ Het feit dat het niet ver fietsen is naar de stad heeft de verhuizing vergemakkelijkt, ‘maar om eerlijk te zijn doe ik het nooit.’

Wijting wijst ons op de veelal dichte plinten van de flats die in deze wijken staan, vaak zijn ze bedoeld als opslag voor de bewoners. Als we langs de Prinsessenflats lopen, zien we dat ze recent zijn gerenoveerd. De fietsenboxen hebben hier plaats gemaakt voor een wijkhuis, ‘we doen bingo, zangles en koffiemomenten,’ vertelt de wijkmedewerker vrolijk. ‘We zorgen ervoor dat iedereen hier naar toe kan.’ De plinten hebben inmiddels kozijnen, afgeplakt weliswaar, maar het verschil is voelbaar.

Foto: Linda Muysson

Bij het kunstwerk Vierkant Eiland in de Plas, dat symbool staat voor het laagste punt van Nederland, gaat het gesprek over wateroverlast. Wijting vraagt of er bewoners zijn die wel eens last hebben van te veel regenval of een stijgend grondwaterniveau. Alleen de representatieve van de woningcorporatie herkent zich erin, ‘we horen helaas regelmatig dat er kelders onder water staan.’ De meewandelende bewoners maken zich hier niet druk om, ‘Limburg ligt het hoogst in Nederland, maar overstroomt volgens mij veel vaker.’

Langbewoner Hans staat bij een van de laatste stops omhoog te kijken, Wijting heeft ons gevraagd omhoog te kijken bij een flat. ‘Tot hoe hoog kan je een gesprek blijven voeren?’ vraagt ze. Hans moet lachen, ‘Ik ben blij dat ik laag woon, ik vind het fijn om vanachter het raam contact te hebben met de straat.’ Gevraagd naar de reden van zijn lange woonhistorie in de wijk vertelt hij dat hij de laatste jaren ook niet meer weg kan, ‘Als ik sociaal verhuis en kleiner ga wonen, ga ik er ook financieel op achteruit. Maar om eerlijk te zijn, heb ik alleen voor de liefde overwogen te verhuizen.’

Foto: Linda Muysson