03 juni 2024
Interventies van architecten in Museumpark werpen nieuw licht op groene leefomgeving
Leestijd: 10 minuten
Delen:
In het Museumpark, het festivalhart van de aankomende Rotterdam Architectuur Maand, kun je een bijzondere route volgen langs verschillende architectonische interventies van een nieuwe generatie, in Rotterdam gevestigde ontwerpers. Deze interventies vertellen verhalen over het verleden, heden en de toekomst van het park en laten bezoekers het gebied op een hele andere manier ervaren. Lindy Kuit spreekt af met de betrokken ontwerpers: Alexandra Sonnemans, Daan Bakker en Catherine Visser (DaF-architecten), Eileen Stornebrink en Willie Vogel (Studio Inscape) en Chantal Schoenmakers en Tomas Dirrix (Atelier Tomas Dirrix). Vanuit welke ideeën en perspectieven hebben ze de vier interventies ontworpen? En wat kunnen we tijdens de RA Maand precies verwachten?
De Tijd Toren
Alexandra Sonnemans ontwierp de Tijd Toren: een sculptuur, uitkijkpost en tentoonstellingsruimte in één, pal naast Huis Sonneveld waarin ‘de gelaagdheid van het verleden, heden en de toekomst voelbaar wordt’. Als ontwerper bouwt Sonnemans het liefst modulair en wil ze met zo min mogelijk materiaal een zo betekenisvol mogelijk gebaar neerzetten. Daarom is de Tijd Toren gebouwd van steigermateriaal en omvouwen met semi-transparante doeken van mesh – een subtiele verwijzing naar de stad in transformatie. Sonnemans: “De grote uitdaging was toch wel om de toren zowel op de villa te laten reageren als een sculptuur op zichzelf te laten zijn. Hierbij heb ik me sterk laten inspireren door Huis Sonneveld, dat niet alleen een lichtend voorbeeld is van het Nieuwe Bouwen, maar ook een gelaagd samenspel van disciplines. Een echt gesamtkunstwerk.”
Gesamtkunstwerk
“Zo zie ik de Tijd Toren ook”, gaat Sonnemans verder. “De expositie in de toren is een integraal onderdeel van het ontwerp, geprint op transparant textiel dat ook de gevels vormt. De buitenste laag textiel is gekleurd en voorzien van een patroon, gebaseerd op de kleuren en gordijnen van het interieur van Huis Sonneveld en ontworpen in samenwerking met Team Thursday. De binnenste laag draagt de expositie, die is gecureerd door OMI. Deze expo bestaat uit archiefmateriaal met tekeningen, foto’s en teksten van 1924 tot 2024 die de ontwikkeling van het Land van Hoboken naar het Museumpark laten zien. Hoe hoger je in de toren komt, hoe transparanter de wanden. Zo kijk je door de tijdlagen heen, naar archiefbeelden met daarachter een glimp van het heden – gelaagd, als een scenografie.”
“De RA Maand is een actuele en kritische manifestatie die ons als ontwerpers uitdaagt om te reflecteren op ons vak en onze rol in de samenleving.” – Alexandra Sonnemans
Grens tussen publiek en privé
Het thema van de RA Maand is dit jaar Tuin van de Stad. Sonnemans: “In het kader van dit thema bevraagt de toren de grenzen tussen publiek en privé. Het Land van Hoboken was een privélandgoed dat publiek werd, maar Huis Sonneveld is ook weer een privédomein. Het roept vragen op over hoe publiek de openbare ruimte is, en hoe dat gegeven verandert door de tijd.” Waar Sonnemans het meeste naar uitkijkt als de Tijd Toren er eenmaal staat? “De gelaagde transparantie van de toren nodigt de bezoeker uit om de omgeving bewuster te beleven. Daarbij speelt de plek zoals het nu is een rol, maar ook het verleden dat de bezoeker leert kennen in de tentoonstelling en de toekomst die nog voor ons ligt. Met het licht dat gedurende de dag en naar gelang de weersomstandigheden verandert, ontstaat zo telkens een nieuwe gelaagde werkelijkheid die zich voor de bezoeker ontvouwt.”
De Overbrug
Achter Museum Boijmans Van Beuningen komt een tijdelijk brug die het museum met de Rozentuin verbindt. Deze Overbrug werd ontworpen door Daan Bakker en Catherine Visser van DaF-architecten, op de plek waar ooit al een brug heeft gelegen. “De plek is ontzettend bijzonder. Door de jaren heen is er veel gebeurd en zijn er verschillende tuinstijlen toegepast”, vertellen Bakker en Visser. “In de jaren 30 begon het ordelijk, met nette rozenperken, beukenhagen en laanbomen langs rechte paden. In 1992 herontwierp Yves Brunier het Museumpark tussen het Nieuwe Instituut en de Kunsthal, een ontwerp dat een bepaalde rauwheid in zich heeft. Beide delen zijn inmiddels fletser geworden: hufterproof en makkelijker te onderhouden – city lounge chique.”
Groene weelde
“Met deze tijdelijke brug willen we de wildheid van de Rotterdamse stadsranden terugbrengen in de museumtuin”, leggen Bakker en Visser uit. “Dat doen we door het landschap tijdelijk te verzachten en te laten verwilderen tot een terrain vague. Simpele ingrepen zoals niet maaien en een plank met oeverplanten tegen de waterrand zullen de kaalheid veranderen in een groene weelde. Hopelijk groeit het gras lekker door en versmelt de brug als het ware compleet met de omgeving.”
De Overbrug van DaF-architecten heeft een (duurzame) houtconstructie en is uitgedacht als een bouwpakket: een balken vloer waarop latten liggen. De leuning bestaat uit losse latten geschroefd op de randbalk. In het midden is een deel van de leuning om te klappen, zodat de brug afsluitbaar is. “Qua vormgeving refereert de brug weer naar een andere, historische brug die ooit in het park stond. In onze praktijk kijken we graag naar wat er was, maar ontwerpen we ook zeker vanuit het bestaande en omarmen we dat wat er al is.”
Hergebruiken
De interventie in de vorm van een tijdelijke brug ligt natuurlijk maar één maand in het Museumpark. “Daarna zouden we het hout graag willen verwerken in een van onze projecten, waarschijnlijk Stadspark West. Het hergebruik van de brug in een van de randgebieden van Rotterdam is onderdeel van het concept van de RA Maand, die immers de Tuin van de Stad in al zijn facetten en topografieën wil verkennen”, besluiten Bakker en Visser.
De Pergola
Voor de Rozentuin hebben Eileen Stornebrink en Willie Vogel van Studio Inscape een tijdelijk bezoekerscentrum ontworpen. Het bezoekerscentrum lijkt een beetje op een tuinhuis en kreeg de naam ‘Pergola’, refererend naar twee rozenpergola’s in het park. “De Pergola staat pontificaal op het voetpad, zodat bezoekers als het ware ‘gedwongen’ worden om erdoorheen te lopen”, vertellen de ontwerpers. “Daarnaast is het ook praktisch: een interventie op het pad kan het gras niet beschadigen.” Het bezoekerscentrum wordt volledig met duurzame of bewuste materialen gebouwd. Stornebrink en Vogel: “Dat wil zeggen: geleend, tweedehands of biobased. We moeten het echt gaan doen met dingen die we krijgen of tegenkomen.”
De nieuwe tuinder
In de Pergola kunnen de bezoekers van alles leren over de bodem, planten en dieren in het Museumpark. “Eigenlijk is deze interventie een hele mooie kans om al onze ideeën over en visie op tuinen in de stad een publieke plek te geven”, gaan Stornebrink en Vogel verder. “Onze visie is regeneratief, biodivers en biobased. ‘De nieuwe tuinder’ werkt in lijn met bijvoorbeeld de permacultuurprincipes – je observeert eerst wat er allemaal in een tuin is, leert hiervan en en verstoort dit leven zo min mogelijk. In onze optiek is de Tuin van de Stad wild, niet geordend of netjes. Daarnaast worden onze ideeën sterk beïnvloed door verschillende ecofilosofen, zoals Bruno Latour. Hierin zien wij het landschap bestaande uit verschillende perspectieven en actoren, menselijk en niet-menselijk. De plantjes, beestjes en schimmels, maar ook de skaters en daklozen gebruiken en onderhouden allemaal het park. In de Pergola geven we de bezoekers een opdracht mee en willen we dat ze zich inleven in een van die actoren.”
“We hopen bezoekers te prikkelen met een andere kijk op de groene leefomgeving die ze kunnen vertalen naar hun eigen tuin.” – Eileen Stornebrink en Willie Vogel (Studio Inscape)
Breed publiek programma
Elke zondag zal het bezoekerscentrum het middelpunt zijn van de Rotterdam Dagen met een breed publiek programma voor jong en oud.. Stornebrink en Vogel: “Er gaan een hoop workshops plaatsvinden. Over hoe je bijvoorbeeld een wormenhotel bouwt en onderhoudt, hoe je een beplantingsplan maakt en hoe je wilde planten verwerkt in gerechten. Uiteindelijk hopen we dat mede door onze interventie het gesprek over stadsecologie wordt aangezwengeld, bij professionals en het bredere publiek. En dat bezoekers worden geprikkeld met een andere kijk op de groene leefomgeving die ze vervolgens kunnen vertalen naar hun eigen gevel- of achtertuin.”
Tentoonstelling ‘Tuin van de Stad’
In de traverse tussen het Erasmus MC en het Museumpark ontwierpen Chantal Schoenmakers en Tomas Dirrix (Atelier Tomas Dirrix) een modulaire scenografie voor een tentoonstelling over de groene toekomst van de stad. Deze expositie is samengesteld door AIR en OMI naar aanleiding van een open call en bestaat uit werk van zo’n 20 verschillende ontwerpers. Het verkent het thema van deze RA Maand, Tuin van de Stad, in vier subthema’s: Hoe publiek is de publieke ruimte, De stem van het park, De gezonde stad van de toekomst en De alledaagse tuin.
“De traverse is een hele bepalende ruimte”, vertellen Schoenmakers en Dirrix. “Het is een bijna 100 meter lange en 4 meter brede gang die aan één kant een panoramische view op het Museumpark geeft en eigenlijk een soort scheidslijn is tussen de natuur en stad.”
Modulair ontwerp
Voordat ze aan de slag zijn gegaan met de tentoonstelling hebben ze stevig nagedacht over de impact van het ontwerp. Schoenmakers en Dirrix: “Hoe ga je om met al het materiaal dat nodig is om zo’n tentoonstelling te maken? Wat is de after life na vier weken? Vanuit die gedachte hebben we een ontwerp bedacht van stapelingen, die los te koppelen zijn als een bankje, stoeltje, krukje en tafeltje. Voor elk subthema bouwen we met die modules andere geraamtes waarop de maquettes, foto’s en tekeningen van de tentoonstelling geëtaleerd kunnen worden. Aan de ene kant zijn die geraamtes architectonisch, bijna gebouwen op zich, maar samen creëren ze ook een hele landschappelijke setting. En alleen als je heel goed kijkt, herken je dat ze zijn opgebouwd uit losse bankjes, stoeltjes, krukjes en tafeltjes.”
Leven ná de tentoonstelling
“Gezien de tijd en het budget moesten we iets ontwerpen wat efficiënt te bouwen is”, gaan Schoenmakers en Dirrix verder. “Dat was een hele leuke puzzel met duidelijke principes – met een minimaal aantal zaagbewegingen hebben we een bankje gecreëerd. In totaal bestaat het ontwerp uit zo’n 200 modules.” En wat betreft de after life? “De bankjes, stoeltjes, tafeltjes en krukjes willen we weggeven aan Rotterdammers, zodat ze een functie krijgen in de publieke ruimte. Voor de RA Maand hebben we heel bewust iets ontworpen en geproduceerd. Hoe we in de toekomst omgaan met de natuur, publieke ruimtes en materialen is voor ons als ontwerpers erg belangrijk.”