22 mei 2023
In gesprek met Studio Marco Vermeulen over de Rotterdam Architectuur Maand ’23
Leestijd: 7 minuten
Al zo lang hij het zich kan herinneren is Marco Vermeulen (Studio Marco Vermeulen) gefascineerd door water. De locatie van zijn architectenbureau heeft hij er specifiek op uitgekozen: een voormalige garage aan de Maaskade op het Noordereiland, op ook nog eens een buitendijkse locatie. En zelfs zijn eigen huis heeft hij gebouwd aan de Maas, op de kop van de Müllerpier. In gesprek met de architect over het thema Natte Stad, zijn inzichten uit de Wateratlas en zijn ontwerp voor het festivalhart van de Rotterdam Architectuur Maand 2023.
Het thema van de Rotterdam Architectuur Maand is dit jaar ‘Natte Stad’. Wat betekent dit thema voor jou?
‘Bij Natte Stad ga ik meteen terug naar 2005, toen ik samen met Florian Boer werd gevraagd om mee te werken aan ‘Rotterdam Waterstad 2035’ in het kader van de tweede Internationale Architectuur Biënnale in Rotterdam. Rotterdam is een van de laagstgelegen steden van West-Europa en het water komt letterlijk van vier kanten: uit de lucht, de grond, van de zee én de rivier. Al in 2005 vroegen we ons af: hoe ziet de toekomst van de stad eruit in het kader van klimaatverandering? We zullen heel veel in Rotterdam moeten investeren om het klimaatadaptief te maken, maar kunnen we met die investeringen de stad ook aantrekkelijker maken? Zo ontstonden concrete ideeën op het gebied van wonen, getijdenparken, vervoer over water, maar ook waterberging. Het concept van een waterplein is destijds ook ontstaan: een openbare ruimte die tijdens piekmomenten regenwater kan opvangen, maar in de overige 95% van de tijd ‘gewoon’ een aantrekkelijke, openbare plek is.
Kortom, de focus lag destijds op bovengrondse investeringen in plaats van ondergrondse oplossingen. Inmiddels zijn we 18 jaar verder en is de stad waterpleinen rijker, is het eiland van Brienenoord veranderd in een getijdenpark en zijn er vergevorderde plannen voor onder meer het Nelson Mandela- en Rijnhavenpark. En is de actualiteit van het thema alleen maar toegenomen, getuigt ook de focus van de Rotterdam Architectuur Maand dit jaar.’
Je staat aan het roer van de Rotterdamse Wateratlas. Vertel, wat is dat precies en waarom is het nodig?
‘De haven is al eeuwenlang van groot belang voor de stad. Maar terwijl de havenactiviteiten steeds meer westwaarts trekken, blijven de havens in de stad achter als stille bakken. Dood water, noemen we dat. Twee jaar geleden ben ik door de gemeente gevraagd om na te denken over het gebruik van die plekken en het functioneren van de rivier compleet te ontleden in de Wateratlas. Heel lang is de Maas alleen een belangrijke transportader en een scheiding geweest tussen noord en zuid. Tegelijkertijd kan het zich nog veel meer dan nu ontwikkelen tot een centrale, groene ruimte met een publiek karakter. Sinds de komst van de Erasmusbrug is de rivier steeds meer het fysieke en mentale hart van de stad geworden. Dit wordt op een aantal plekken steeds zichtbaarder. Op veel andere plekken is de stad nog afgekeerd van de rivier, terwijl ook hier duizenden Rotterdammers op loopafstand van de rivier wonen en hiervan zouden kunnen genieten.’
“De kade tussen de Willemsbrug en Erasmusbrug kunnen we transformeren tot een publiek toegankelijk waterfront.”
Wat zijn tot nu toe je bevindingen wat betreft de Wateratlas?
‘De Maas is eigenlijk een soort snelweg. Je hebt er grote zee- en binnenvaartschepen, maar ook veel recreatievaart. Activiteiten zoals suppen en zwemmen mag vanwege de veiligheid eigenlijk helemaal niet, terwijl we de afgelopen zomers hebben gezien dat hier wel een grote behoefte aan is. Het Havenbedrijf wil daarom op de rivier een bepaalde zonering aanbrengen, zodat verschillende soorten verkeer veilig naast elkaar kunnen bewegen. In de gesprekken met het Havenbedrijf hierover hebben we ontdekt dat de doorgaande schepen tussen de pylonen van de Willemsbrug en de Erasmusbrug blijven, op minstens 35 meter van de kade. Die zone langs de Boompjes heeft daarmee een enorme potentie om te worden getransformeerd tot een publiek toegankelijk waterfront! Waar je kunt sporten, wandelen en passagiersschepen komen en gaan. Het zou ook tegemoetkomen aan de behoefte aan meer groen in het maritiem district, het dichtstbebouwde stukje van Nederland. Mogelijk kan ook de Willemsbrug op een andere manier op de Boompjes worden aangesloten zodat hier ook aan wal veel meer ruimte ontstaat en de André van der Louwbrug een groene verbinding kan worden tussen station Blaak en de Maas. Dit alles moet nog volledig worden uitgewerkt, maar de eerste ideeën zijn er in elk geval.
Een andere interessante bevinding is dat veel plekken in de stad dicht bij de rivier liggen, maar hier niet op zijn georiënteerd en geen adres aan het water hebben. Kunnen we die bestemmingen, zoals de Erasmus Universiteit, Erasmus MC en historisch Delfshaven beter verbinden met de Maas? Zodat ze ook makkelijker bereikbaar worden vanaf het water met openbaar vervoer óp het water, net als in Venetië? Dat zijn we volop aan het onderzoeken en is met name interessant in een stad die meer en meer autoluw aan het worden is.’
Je hebt het concept van het drijvende festivalhart van de Rotterdam Architectuur Maand bedacht en vormgegeven. Hoe ben je op dit idee gekomen?
‘AIR wilde graag een drijvend festivalhart in de Maashaven als preview op het Nelson Mandelapark. Ik zie voortdurend duwbakken vol met ertsen, zout en graan langsvaren, die het binnenland van Europa van voedsel en grondstoffen voorzien. Het zijn net varende kathedralen; je ziet ze altijd voorbijkomen, maar bent er waarschijnlijk nog nooit in geweest. Vanbinnen, in de indrukwekkend grote ruimen, zie je sporen van de vele tonnen vracht die ze decennialang onafgebroken hebben vervoerd. Ook wat dat betreft passen de bakken heel mooi bij het karakter van de stad.
Ik dacht: als we die nu een paar weken uit de vaart nemen en laden met een stedelijk programma, dan hebben we een prachtig festivalhart waarin op een symbolische wijze stad en haven samenkomen. En dat bovendien een voorproefje vormt van het Nelson Mandelapark. In de parkbak begeef je je in een groene oase, in de sportbak skate je op havenmaterialen en -objecten – vormgegeven door freerunner Onur Eren – en in de tentoonstelling kun je onder meer in een 40 meter lange maquette de bevindingen uit de Wateratlas bekijken.
Achter het ontwerp voor het festivalhart gaat een groter idee schuil. Deze zomer zijn het drie duwbakken in de Maashaven. Maar wat als er meer gebruikte schepen met openbare functies, inclusief zwemboten en theaterboten, zich continu over het water door de stad verplaatsen? Ik denk dat we met de Rotterdam Architectuur Maand en het drijvende festivalhart laten zien hoe veel de rivier te bieden heeft als centrale groene ruimte. Als een levendige nieuwe wereld met aantrekkelijke stedelijke voorzieningen.’
Over Studio Marco Vermeulen
Studio Marco Vermeulen is een ontwerpbureau voor architectuur, stedenbouw, landschap en ontwerpend onderzoek. Want alleen door die disciplines met elkaar te combineren, kun je de opgaves van vandaag aangaan, gelooft het bureau. In de meeste projecten van Studio Marco Vermeulen staan kringlopen op het gebied van water, energie en grondstoffen centraal. Hierbij worden vraagstukken zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, biobased economy en voedsel gekoppeld aan kansen voor ruimtelijke kwaliteit in de stad en daarbuiten.