Foto: Iris van den Broek

17 mei 2021

­­­­­Post ’65 in Rotterdam

Amanda Terpstra Leestijd: 4 minuten

Nog voordat Post ’65 een begrip was, richtte AIR in 2009 al haar blik op dit jonge erfgoed. In het programma R’70 werd het decennium 1974-1984 onder de loep genomen, met als startpunt het begin van de stadsvernieuwing in Rotterdam. De resultaten van deze verkenning zijn opgenomen in het dossier Post ‘65 Rotterdam. Met dit nieuwe dossier biedt AIR een podium voor de hernieuwde aandacht voor het erfgoed van Post ’65 in Rotterdam.

‘Kritiese’ jaren zeventig

De stad Rotterdam wordt vaak in één adem genoemd met wederopbouw. De laatste tijd wordt deze blik steeds vaker verlegd naar de periode erna. Rotterdam heeft namelijk een indrukwekkende tijdslaag uit de jaren zeventig en tachtig. De stad had een voortrekkersrol in de roerige en ‘kritiese’ jaren zeventig in de stadsvernieuwing en -verlevendiging. Tegelijkertijd ijlde het modernisme na in de vorm van ‘corporate’ kantoortorens langs het Weena en de Coolsingel. Deze onderstroom kreeg in de jaren tachtig een hoofdrol binnen het Nieuwe Rotterdam. Ze kunnen worden gezien als de fundamenten van Rotterdam als hoogbouwstad.

Stadsvernieuwing

Als Rotterdam in 1974 een volledig links bestuur krijgt en een wethouder stadsvernieuwing instelt, worden projecten op dat vlak in een bestuurlijke sneltreinvaart gerealiseerd. Als antwoord op de felle protesten van bewoners van de 19e-eeuwse uitbreidingswijken zette het linkse stadsbestuur de stadsvernieuwing in als alternatief voor grootschalige saneringsplannen. Onder het motto ‘bouwen voor de buurt’ leverde dat omvangrijke en vaak experimentele sociale woningbouwprojecten op. Het was een periode vol democratische vernieuwingen, emancipatie en maakbaarheid.

Gezelligheidsdenken

Ook in de binnenstad is een kentering zichtbaar. Als een reactie op het kille, megalomane en doorgeschoten modernisme van de laten jaren zestig slaat het ‘gezelligheidsdenken’ aan. In de binnenstad wordt in 1970 een groot evenement georganiseerd, C70. Met de nadruk op communicatie – vandaar de C – moet deze manifestatie de stad anders op de kaart zetten en uitdragen dat Rotterdam staat voor vermaak en gezelligheid. De Coolsingel wordt verlevendigd door bloembakken en paviljoens, net als de nog altijd open vlakte van het Weena. Deze paviljoens krijgen in de jaren erna een permanent karakter.

Daarnaast krijgt de woon- en verblijfsfunctie een impuls. Er komen verdichtingsprojecten en publieke voorzieningen op een prominente plek in de binnenstad, zoals de Kubuswoningen en de Centrale Bibliotheek aan de Binnenrotte. Langs de binnenwateren wordt een wandelroute geprojecteerd met verschillende sociale woningbouwprojecten en paviljoens, het Waterverband. Deze fase is gefragmenteerd terug te zien in de binnenstad, waar de verdichtingsprojecten door hun architectuur lijken te botsen met het wederopbouwidioom van de omliggende bebouwing.

De weg naar hoogbouw

De stadsvernieuwing en – verlevendiging bereikte haar grenzen eind jaren zeventig, toen de trend van de leegstromende stad en hoge werkloosheidscijfers moest worden gekeerd. In 1987 verschijnen twee nota’s die als keerpunt fungeren in het gemeentelijk beleid en de periode van het Nieuw Rotterdam markeren. De nadruk verlegt zich van deelgebieden binnen de stad naar een hoger stedenbouwkundig schaalniveau, te zien aan de ontwikkeling van de Kop van Zuid en de transformatie van voormalige havengebieden. Het belang van de stad binnen de metropoolregio wordt versterkt door de komst van de hsl-lijn en de ontwikkeling van Weena en het stationsgebied. Volgens het concept van de ‘compacte stad’ ligt de nadruk op verdichting binnen het centrum door het stimuleren van hoogbouw. Daarnaast wordt vanuit een breder perspectief gekeken naar de beleving van het stadscentrum; de indeling in centrumruit (omgeving Lijnbaan), parkendriehoek (Museumpark, het Park) en de oude havens van de Waterstad levert een gevarieerd verblijfsgebied op met meer ruimte voor wonen, cultuur en vrijetijdsbesteding.

Tijdslagen

Het is tegen deze achtergrond van stadsvernieuwing, stadsverlevendiging en cityvorming dat het erfgoed van Post ’65 in Rotterdam wordt gekenmerkt. Het vormt een betekenisvolle tijdslaag, die nog niet door iedereen als waardevol wordt gezien. Moet dit alles dan behouden blijven? Zeker niet, maar het omgekeerde ook niet. Het loont de moeite om met een andere blik naar dit Rotterdams erfgoed te kijken. Allereerst zou verder onderzoek en inventarisatie nodig zijn om meer grip te krijgen op de materie. Hierdoor wordt het duidelijk welke gebouwen representatief zijn voor deze periode en welke niet. Het is opmerkelijk dat andere steden hierin al verder zijn dan Rotterdam. Wij menen dat deze tijdslaag, die zich overal in de stad manifesteert en soms prominent aanwezig is, meer aandacht verdient. De huidige bouwhausse van verdichting en verduurzaming lijkt weinig oog te hebben voor het gebouwde erfgoed van na de wederopbouw. Het is tijd om daar verandering in te brengen en de ‘vintage seventies vibe’ van de stad te omarmen. Want een binnenstad zonder grintbeton en spiegelglas, on-Rotterdamser kan het niet!