06 juni 2018

Het belang van rust

Fay van der Wall Leestijd: 6 minuten

Wat betekent rust voor jou? Vraag het tien verschillende mensen en krijg tien verschillende antwoorden. Het is een feit dat de binnenstad van Rotterdam steeds drukker bezocht en bewoond wordt, een tendens waarvan het eind nog lang niet in zicht is. De stad wordt ontworpen, gestuurd en begroot met meer reuring als doel, maar is de rol van rust en kalmte voor een goed leefklimaat in de stad?

Privately Owned Public Spaces

Tom van Odijk en David Baars vormen samen TomDavid Architecten. Ze doen al enkele jaren onderzoek naar Privately Owned Public Spaces (afgekort tot POPS). De naam omschrijft het al: het zijn plekken die in privaat bezit zijn, en toch publiek toegankelijk. Waar het in Nederland nog wat zoeken is naar dergelijke plekken, is het in het in grote steden in het buitenland al gemeengoed. In Londen en New York bijvoorbeeld, zijn steeds meer openbare plekken in de stad eigendom van private partijen. Toch zijn ze ook in Rotterdam al te vinden, bijvoorbeeld de Halvemaanpassage in het Timmerhuis en de door TomDavid Architecten ontworpen doorloop van de Willem de Kooning Academie. Maar bijvoorbeeld ook de Koopgoot en de Markthal. Tom vertelt over het onderzoek: “Wij denken dat een aantal plekken in de stad nu echt te rustig is, die kunnen veel baat hebben bij meer drukte. Tegelijk is té druk ook niet goed natuurlijk. Wij vragen ons af hoe je daar op kunt ontwerpen.

 

David: “Een soort slogan waar we in ons onderzoek van uit gaan is Maak bijzondere plekken in de stad openbaar, en maak openbare plekken bijzonder.”

 

Daar zien we een wisselwerking, maar dat kan dus ook met elkaar botsen. Als het bijzondere kenmerk van een plek de rust is, doe je dat dan geen geweld aan op het moment dat je het openbaar toegankelijk maakt? Kan je bijvoorbeeld, à la de stiltecoupe in de trein, met elkaar bepaalde gedragsregels afspreken voor een plek, om het karakter te bewaren? Dat zijn interessante vragen om over na te denken. Kijk naar het ontwerp van een kerk. Als je daar binnenkomt dwingt de ruimte af dat je je inhoudt, dat je gaat fluisteren. Zou je zo’n ontwerp ook kunnen vertalen op een minder sacrale manier?’

Adem Inn

Ook bij Adem Inn is rust van essentieel belang. In het café aan de Hoogstraat, waar je koffie kunt drinken en kunt lunchen, is bijzondere aandacht voor rust en bezinning. Het zou een voorbeeld kunnen zijn van een weinig sacrale plek, die toch met zachte hand de kalmte afdwingt. Een deel van de ruimte is specifiek voor stilte, en er is in de hele zaak geen wifinetwerk. In de avonduren heeft Adem Inn programma in het teken staan van zingeving. Non van Driel is er projectleider, in een gesprek samen met medewerker Ivana Pilipović wordt duidelijk waar Adem Inn voor staat. Non: “Het opzoeken van rust maakt ruimte voor zingeving. Het stadse leven is heel vol en druk, van hot naar her. Dat nodigt niet vaak uit tot stilstaan en bewust worden van het waarom. Terwijl dat is wat zingeving is: even stilstaan bij waarom je doet wat je doet. Als daar in de stad geen fysieke ruimte voor is, dan vergeet je dat makkelijk. Je kan ziek worden als je te lang doorgaat zonder stilstaan. Een burn-out of depressie bijvoorbeeld. Dat proberen we hier dus voor te zijn.” Ivana: “In rust schep je de ruimte schept om ontvankelijk te zijn voor signalen. Van je eigen lichaam, of van je omgeving. In een drukke stad kan je heel makkelijk meegaan in alle bezigheden die aangeboden worden. Kies er dan nog maar eens voor om gewoon thuis te blijven.”

Visuele rust

In de context van een stad denk je al snel aan een stil park of plantsoen als plek van rust. Maar naast de aanwezigheid van groen en stilte, spelen meer factoren een rol bij het ervaren van kalmte. Niet worden verleid of verplicht tot een aankoop bijvoorbeeld. Tom: “Steeds meer publieke ruimte wordt eigendom van private partijen. Het gevaar daarvan is dat het dan automatisch commerciële ruimte wordt, waarin alles op consumeren gericht is. De POPS of ook wel de commons, waar wij ons op richten, zijn juist niet commercieel, maar wel inclusief. Het zijn ruimtes waar je gewoon kunt zijn. De bibliotheek is een goed voorbeeld van zo’n ruimte. Je kunt ernaar binnenlopen, een potje schaken, andere mensen ontmoeten.” David: “De luwte houd in zo’n geval ook in dat je niet overdonderd wordt door allerlei boodschappen op beeldschermen en billboards. Niet alleen de rust qua geluid, ook visuele rust is belangrijk.”

Non herkent hetzelfde idee, kijkend naar het Grotekerkplein als voorbeeld: “Bij die plek is het belangrijk dat er niet opeens twintig ijscokraampjes omheen staan, of dat er heel veel horeca komt. Op het moment dat een dergelijke plek populair wordt staat dat altijd een beetje op het spel.” Het Grotekerkplein is een plek die momenteel aantoont dat een goede stedelijke luwte baat kan hebben bij een toename van het aantal gebruikers. Sinds het van een stenige vlakte in een plantsoen veranderde, is het er aangenaam verblijven. Het biedt een variant van stedelijke rust die onderlinge ontmoeting mogelijk maakt. Iets dat volgens Non onmisbaar is bij reflectie.

 

“Rust is niet alleen effectief als je jezelf alleen ergens terugtrekt, er zit ook veel waarde in het delen van een veilige ruimte met anderen, ergens waar je kwetsbaar kan zijn en ervaringen kunt delen en bevragen met anderen. Dat is zingeving.”

 

Ook Tom benoemt het belang van diversiteit en ontmoeting: “Waar mensen vrij met elkaar in gesprek gaan, ontstaan ideeën en organiseren mensen zich. Vanuit dat oogpunt is het zelfs heel belangrijk voor het functioneren van de democratie dat er goede en vrije openbare ruimte is. In essentie gaat het dus niet zozeer om rust als stilte, maar wel om met rust gelaten worden. De verantwoordelijkheid voor zulke plekken komt steeds meer bij private partijen terecht, terwijl het van oorsprong een taak van de overheid was. Dat toont aan dat het erg belangrijk is om daar onderzoek naar te doen.”

Ivana maakt zich om die reden wel eens zorgen: “Als ik kijk naar de manier waarop de stad zich nu ontwikkelt, lijkt het alsof alles direct een nut en een functie moet hebben. Als je dat niet direct kan benoemen, zoals dat bij rust zo is, lijkt het niet mee te tellen.” David Baars benadrukt: “Het Arboretum Trompenburg is bijvoorbeeld ook een prachtige plek, maar je moet er wél voor betalen. Het zou jammer zijn als we over honderd jaar steden hebben waar je alleen nog maar rust kan vinden als je ervoor betaalt. Rust moet geen luxegoed worden.”