18 mei 2018

Rotterdam Zuid als Grand Projet voor de Maasstad

Justin Agyin Leestijd: 7 minuten

AIR en het Van Alen Institute onderzochten in het driedaagse programma ‘Turning the Tide’ de positie in de Rotterdamse waterfronten en middels visies en ruimtelijke voorstellen is inzichtelijk gemaakt hoe deze ontsloten kan worden. Justin Agyin doet verslag over het programma.

Wereldwijd zijn steden hun waterfronten aan het heroveren op vergane havenindustrie en bezig om deze toegankelijk te maken voor publiek gebruik. De kades zijn een groot publiek goed in een havenstad en de centrale vraagstelling is dan ook: Hoe kunnen we inclusieve stedelijke waterfronten maken en deze ontwikkelingen ten goede laten komen voor de ontwikkeling van de stad en met name voor Rotterdam Zuid?

Stadsmakers uit het buitenland op bezoek

Het heroverwegen van de positie en de rol van water in stedelijke woonmilieus is niet uniek voor Rotterdam. Om kennis en ervaringen op dit gebied te delen heeft het Van Alen Institute een vijftal van haar councilleden, Kaj-Uwe Bergmann (BIG, Denemarken), Kim Herforth Nielsen (3XN Architects, Denenmarken), Benjamin Saxe (Studio Saxe, Costa Rica), Robin Ried (Bloomberg Associates, VS) en Carl Bäckstrand (White Arkitekter, Zweden), uitgenodigd om hun ervaringen te delen met Rotterdamse stadsmakers.

Kaj-Uwe Bergmann trapt af met het toelichten van het project ‘BIG U’: een waterverdedigingswerk voor het Manhattan-eiland in New York dat momenteel in uitvoering is. Volgens Bergmann is BIG U een voorbeeld van hoe een utilitaire infrastructuur ook als actief sociaal element kan dienen en het stedelijk waterfront tot een bruisend stadsdeel kan maken. Wat voor effect dit kan hebben is te zien in Kopenhagen. Kim Herforth Nielsen, die als architect aan dat effect in Kopenhagen heeft bijgedragen, vertelt dat hij dit in Amsterdam leerde met het ontwerp voor het ‘Muziekgebouw aan ‘t IJ/Bimhuis’. Dat gebouw was namelijk ingezet als anker in een gebiedsontwikkeling langs het IJ. Daarnaast is schoon water voorwaardelijk volgens Nielsen om tot een succesvolle ontwikkeling van een publiek stedelijk waterfront te komen, mensen aan te trekken en echt met het water en de plek te doen binden. Het kostte Kopenhagen tien jaar tijd, maar leverde wel op dat je op elk moment het water in kan en wilt springen.

Hieruit merkt Benjamin Saxe op dat naast voetbal ook water mensen met elkaar kan verbinden. Saxe schetst de situatie in San José, Costa Rica, waar in de stad niets meer te merken is van de aangrenzende jungle. Momenteel is hij bezig om de junglenatuur weer terug de stad in te krijgen langs een van de hoofdwaterwegen door de stad. Nu dient deze waterweg slechts als afvoerput voor afval uit de stad dat terechtkomt bij de armere randgebieden, waar Saxe zelf ook is opgegroeid. Met zijn persoonlijke anekdote maakt hij evident dat water niet alleen verbindend kan werken, maar ook een negatieve en segregerende connotatie kan hebben. Hij is echter hoopvol dat de herontwikkeling van de rivier juist ook de achtergestelde gemeenschappen ten goede komt.

Evenzo, zijn Robin Ried en haar team bezig geweest om het perspectief van de gemeenschappen die langs de LA River in Los Angeles wonen vast te leggen. Los Angeles keerde in de jaren vijftig haar rug naar de rivier toe door deze met beton te overkluizen. De overkluizing deed dienst als wateropvangbassin en als decor voor menig Hollywood film. Het stadsbestuur ziet nu echter in dat een rivier dwars door de stad veel kan betekenen voor het stedelijk milieu en wilt daarom een deel als bovengrondse rivier herstellen. Het perspectief van de veelal armere gemeenschappen die altijd al gewoond hebben op de plek van dergelijke grootstedelijke herontwikkelingen gaat echter vaak verloren in het proces, waardoor die gemeenschappen door stijgende huizenprijzen al lang voor de feestelijke opening het gebied zijn uitgejaagd. Aan de hand van interviews zijn Ried en haar team erachter gekomen wat het specifieke waardevolle karakter van de gemeenschappen langs de LA River is en in hoe deze te behouden zijn. Dit heeft geresulteerd in een toolkit om het oude en het nieuwe met elkaar te laten matchen en nieuwe investeerders te instrueren hoe zich het best kunnen nestelen in de gemeenschap.

Carl Bäckstrand sluit af met zijn ervaringen in de Zweedse stad Göteborg door op te merken dat het essentieel is dat er parallel aan het maken van fysieke connecties er mentale verbindingen bewerkstelligd moeten worden om stadsdelen echt met elkaar te verbinden. Dit is dan ook de gemene deler van de besproken projecten concludeert David van der Leer, directeur van het Van Alen Institute, en dé les voor Rotterdam. Ried vulde hierop aan dat dergelijke grote stedelijke ontwikkelingen het mentale beeld, de psychologie van de stad, wezenlijk kunnen veranderen, waardoor je dezelfde stad anders kunt gaan ervaren. In New York, bijvoorbeeld, is men vanwege het BIG U project het stedelijk waterfront gaan beschouwen als zesde borough en niet langer slechts als een rand van de stad, voegde Bergmann toe.

Een andere blik op Zuid

Het zuidelijk deel van Rotterdam zit al jaren met een aantal socio-economische uitdagingen in de maag. Uit de inleidende presentatie van Mattijs van Ruijven, Hoofd Stedenbouwkundige bij de Gemeente Rotterdam, komt naar voren dat deze problematiek nauw verwant is aan de ontstaansgeschiedenis van dat deel van de stad. Zuid was ooit het hart van de Rotterdamse haven, maar gelijktijdig met de ontwikkeling van de stad tot heuse Lonely Planet waardige metropool, zijn de havenactiviteit steeds meer de stad uit getrokken. Na succesvolle investeringen in het centrum is het ook voor de gemeente duidelijk dat de tijd is gekomen om de aandacht te verleggen naar Zuid en de daar aanwezige stedelijke waterfronten.

Na de inspirerende voorbeelden uit het buitenland, worden huidige ontwikkelingen in Rotterdam met de aanwezigen gedeeld. Annemiek Fontein, Hoofd Stedenbouw en Landschapsarchitectuur van de Gemeente Rotterdam, geeft een beeld van de huidige projecten die de gemeente reeds heeft uitgevoerd of die momenteel worden gerealiseerd. Het grootste project daarbij is het getijdenpark, waarbij natuurlijke processen geherintroduceerd worden in en langs het water, wat tevens ten goede komt voor de vergroening, verlevendiging en biodiversiteit van de stad. Door de Maas als centrale natuurruimte te beschouwen, kan het gaan functioneren als verbindend in plaats van scheidend element tussen noord en zuid. Dat dit nodig is bewees Teun de Booij van DitisZuid met het feit dat toeristische kaarten van Rotterdam net onder de Kop van Zuid stoppen. Hij ziet de waterfrontontwikkelingen dan ook als uitgelezen kans om het beeld van Rotterdam Zuid bij te stellen en ook op een sociaal niveau beter bij de stad als geheel te betrekken.

Eric Dullaert van CultureelDenkWerk biedt een ander perspectief uit Zuid en noemt dat kinderen uit bepaalde wijken zelfs nooit in aanraking komen met de Maas. Zij hebben dus een totaal ander beeld van Rotterdam dan veel van hun stadsgenoten. Dullaert roept op tot een diverse programmering van de waterfrontontwikkelingen om het hele palet aan inwoners dat Rotterdam rijk is aan te trekken en te betrekken, aangezien er vaak een groot gat is tussen beleid en eindgebruiker.

Dirk van Peijpe van De Urbanisten exclameert op zijn beurt: “Maak van het getijdenpark het volgende grand projet van Rotterdam!”. Volgens Van Peijpe zou Rotterdam middels het getijdenpark weer dicht bij de ontstaansgeschiedenis van de stad als getijdenstad komen te staan, aangezien er nu generaties opgroeien zonder weet te hebben van die geschiedenis en wat dat leven in een stad aan het water inhoudt. Van Peijpe stelt de steur, een vis die van nature voorkomt in de Rotterdamse wateren, voor als nieuw icoon voor de stad in tegenstelling tot iconen als de Markthal.

Ter afsluiting van de avond stelt Francine Houben van Mecanoo voor om het breder te trekken en van Rotterdam Zuid als geheel een grand projet te maken door de perceptie van Rotterdam Zuid te veranderden. Te beginnen met het erkennen van de diversiteit en omvang van het gebied. Houben ziet dan ook veel potentie in de herontwikkeling van Rotterdam Zuid en sprak voornamelijk over de Maashaven als centraal punt en stuwende kracht voor de herontwikkeling van het gebied, zodat het weer net zo bruisend kan worden als toen de Maashaven nog haar sociale en ruimtelijke hart vormde.